Lees Volledig Hoofdstuk
En hun woorden waren goed in de ogen van Hemor, en in de ogen van Sichem, Hemors zoon.
Maar zo gij naar ons niet zult horen, om besneden te worden, zo zullen wij onze dochteren nemen, en wegtrekken.
En de jongeling vertoogde niet, deze zaak te doen; want hij had lust in Jakobs dochter; en hij was geeerd boven al zijns vaders huis.