Het verhaal van Farao

Farao is een titel die werd gebruikt door de oude Egyptische koningen. Het woord "Farao" komt van het Egyptische woord "per-aa" wat "groot huis" betekent. De Farao werd beschouwd als de heerser over heel Egypte en werd beschouwd als een goddelijk wezen. Hij was verantwoordelijk voor het bestuur van het land, het handhaven van wet en orde, en het beschermen van het volk. Farao's regeerden duizenden jaren over Egypte, en de geschiedenis van het oude Egypte is verdeeld in verschillende dynastieën gebaseerd op de heerschappij van verschillende Farao's. Enkele van de meest beroemde Farao's zijn Toetanchamon, Ramses II en Cleopatra VII. In de Bijbel staat Farao het meest bekend als de heerser tijdens de tijd van Mozes en de uittocht van de Israëlieten uit Egypte. Volgens het bijbelse verslag was Farao de heerser van Egypte toen de Israëlieten in het land als slaven leefden. Toen Mozes arriveerde en eiste dat Farao de Israëlieten zou vrijlaten, weigerde Farao dit en verhoogde hij in plaats daarvan de slavernijlast van de Israëlieten. Dit leidde tot een reeks van tien plagen die ertoe leidden dat Farao uiteindelijk instemde om de Israëlieten vrij te laten van de slavernij. De exacte data van de Farao's en hun heerschappij worden niet gespecificeerd in de Bijbel, maar hun verhalen zijn onderwerp van veel historisch en religieus onderzoek geweest. De Farao's blijven een fascinerend onderwerp voor historici, archeologen en bijbelwetenschappers, en hun heerschappij over het oude Egypte blijft een van de meest bekende en duurzame hoofdstukken in de geschiedenis van de oude wereld.
Betekenis van de naam
Farao
Oorsprong van de naam
Egyptisch
Role
Farao.
Eerste vermelding
Genesis 12:15
Verschijningen in de Bijbel
240 vermeldingen