1 Kronieken 11:7
David Gezalfd Koning, Veroveringen, en Machtige Mannen
1 Kronieken 11:7
David nu woonde op den burg; daarom heet men dien de stad Davids.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
1 Kronieken 11:6
Want David zeide: Al wie de Jebusieten het eerst slaat, zal tot een hoofd, en tot een overste worden. Toen beklom Joab, de zoon van Zeruja, dien het eerst; daarom werd hij tot een hoofd.
Volgend Vers
1 Kronieken 11:8
En hij bouwde de stad rondom, van Millo af, en rondom henen; en Joab vernieuwde het overige der stad.