1 Kronieken 21:13
Regering van David en de Regering van Zijn Zonen
1 Kronieken 21:13
Toen zeide David tot Gad: Mij is zeer bange; laat mij toch in de hand des HEEREN vallen; want Zijn barmhartigheden zijn zeer vele, maar laat mij in de hand der mensen niet vallen.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
1 Kronieken 21:12
Of drie jaren honger, of drie maanden verteerd te worden voor het aangezicht uwer wederpartij, en dat het zwaard uwer vijanden u achterhale; of drie dagen het zwaard des HEEREN, dat is, de pestilentie in het land, en een verdervenden engel des HEEREN in al de landpalen van Israel? Zo zie nu toe, wat antwoord ik Dien zal wedergeven, Die mij gezonden heeft.
Volgend Vers
1 Kronieken 21:14
De HEERE dan gaf pestilentie in Israel; en er vielen van Israel zeventig duizend man.