Lees Volledig Hoofdstuk
Joel was het hoofd; en Safam de tweede; maar Jaenai en Safat bleven in Basan.
De kinderen van Gad nu woonden tegen hen over, in het land van Basan, tot Salcha toe.
Hun broeders nu, naar hun vaderlijke huizen, waren Michael, en Mesullam, en Seba, en Jorai, en Jachan, en Zia, en Heber: zeven.