1 Koningen 22:26
Ahab en Jehosafat tegen Syrië
1 Koningen 22:26
De koning van Israel nu zeide: Neem Micha, en breng hem weder tot Amon, den overste der stad, en tot Joas, den zoon des konings;
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
1 Koningen 22:25
En Micha zeide: Zie, gij zult het zien, op dienzelfden dag, als gij zult gaan van kamer in kamer, om u te versteken.
Volgend Vers
1 Koningen 22:27
En gij zult zeggen: Zo zegt de koning: Zet dezen in het gevangenhuis, en spijst hem met brood der bedruktheid, en met water der bedruktheid, totdat ik met vrede weder kom.