1 Tessalonicenzen 2:18
Bediening van Paulus onder de Thessalonicenzen
1 Tessalonicenzen 2:18
Daarom hebben wij tot u willen komen (immers ik Paulus) eenmaal en andermaal, maar de satanas heeft ons belet.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
1 Tessalonicenzen 2:17
Maar wij, broeders, van u beroofd geweest zijnde voor een kleine wijle tijds, naar het aangezicht, niet naar het hart, hebben ons te overvloediger benaarstigd, om uw aangezicht te zien, met grote begeerte.
Volgend Vers
1 Tessalonicenzen 2:19
Want welke is onze hoop, of blijdschap, of kroon des roems? Zijt gij die ook niet voor onzen Heere Jezus Christus in Zijn toekomst?