1 Tessalonicenzen 2:7
Bediening van Paulus onder de Thessalonicenzen
1 Tessalonicenzen 2:7
Maar wij zijn vriendelijk geweest in het midden van u, gelijk als een voedster haar kinderen koestert;
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
1 Tessalonicenzen 2:6
Noch zoekende eer uit mensen, noch van u, noch van anderen; hoewel wij u tot last konden zijn als Christus' apostelen;
Volgend Vers
1 Tessalonicenzen 2:8
Alzo wij, tot u zeer genegen zijnde, hebben u gaarne willen mededelen niet alleen het Evangelie van God, maar ook onze eigen zielen, daarom dat gij ons lief geworden waart.