1 Tessalonicenzen 2:8
Bediening van Paulus onder de Thessalonicenzen
1 Tessalonicenzen 2:8
Alzo wij, tot u zeer genegen zijnde, hebben u gaarne willen mededelen niet alleen het Evangelie van God, maar ook onze eigen zielen, daarom dat gij ons lief geworden waart.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
1 Tessalonicenzen 2:7
Maar wij zijn vriendelijk geweest in het midden van u, gelijk als een voedster haar kinderen koestert;
Volgend Vers
1 Tessalonicenzen 2:9
Want gij gedenkt, broeders, onzen arbeid en moeite; want nacht en dag werkende, opdat wij niemand onder u zouden lastig zijn, hebben wij het Evangelie van God onder u gepredikt.