Lees Volledig Hoofdstuk
Niet in kwade beweging der begeerlijkheid, gelijk als de heidenen, die God niet kennen.
Dat een iegelijk van u wete zijn vat te bezitten in heiligmaking en eer;
Dat niemand zijn broeder vertrede, noch bedriege in zijn handeling; want de Heere is een wreker over dit alles, gelijk wij u ook te voren gezegd en betuigd hebben.