Het boek 2 Thessalonicenzen is een brief geschreven door de apostel Paulus aan de kerk in
Thessaloniki. Het is de tweede van twee brieven die aan de kerk zijn geschreven, de eerste is 1 Thessalonicenzen. In deze brief spreekt Paulus de verwarring van de kerk aan over de wederkomst van Christus. Hij probeert hen gerust te stellen dat de dag des Heren komt, maar nog niet gearriveerd is.
Paulus begint de brief door zijn vreugde uit te spreken over het horen van het geloof en de liefde van de kerk voor elkaar. Vervolgens gaat hij in op de verwarring over de wederkomst van Christus. Hij legt uit dat de dag des Heren zal komen als een dief in de nacht, en dat deze nog niet is gekomen. Hij spoort de kerk aan om standvastig te blijven in hun geloof en niet misleid te worden door valse leerstellingen.
Hierna spreekt Paulus over het probleem van luiheid onder sommige leden van de kerk. Hij spoort hen aan hard te werken en niet afhankelijk te zijn van anderen. Hij waarschuwt ook voor bedrog door degenen die hen proberen af te leiden.
Paulus gaat vervolgens in op de kwestie van vervolging. Hij moedigt de kerk aan standvastig te blijven in hun geloof en niet ontmoedigd te raken door het lijden dat ze ondergaan. Hij herinnert hen er ook aan dat
God hen zal belonen voor hun trouw.
Tot slot sluit Paulus de brief af door de kerk aan te moedigen voor elkaar te bidden en in vrede te leven. Hij herinnert hen er ook aan dat de Heer spoedig zal terugkeren en dat ze klaar moeten zijn voor zijn komst.
Al met al is het boek 2 Thessalonicenzen een brief van bemoediging en vermaning aan de kerk in
Thessaloniki. Paulus probeert hen gerust te stellen dat de dag des Heren komt, maar nog niet is gearriveerd. Hij spoort hen ook aan standvastig te blijven in hun geloof en niet misleid te worden door valse leerstellingen. Hij herinnert hen eraan om hard te werken en niet afhankelijk te zijn van anderen. Tot slot moedigt hij hen aan voor elkaar te bidden en in vrede te leven, terwijl ze de terugkeer van de Heer afwachten.