Handelingen 26:21
De verdediging voor Agrippa
Handelingen 26:21
Om dezer zaken wil hebben mij de Joden in den tempel gegrepen en gepoogd om te brengen.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Handelingen 26:20
Maar heb eerst dengenen, die te Damaskus waren, en te Jeruzalem, en in het gehele land van Judea, en den heidenen verkondigd, dat zij zich zouden beteren, en tot God bekeren, werken doende der bekering waardig.
Volgend Vers
Handelingen 26:22
Dan, hulp van God verkregen hebbende, sta ik tot op dezen dag, betuigende beiden klein en groot; niets zeggende buiten hetgeen de profeten en Mozes gesproken hebben, dat geschieden zoude: