Deuteronomium 2:19

Israëls omzwervingen en ontmoetingen

Versie

Deuteronomium 2:19

En gij zult naderen tegenover de kinderen Ammons; beangstig die niet, en meng u met hen niet; want Ik zal u van het land der kinderen Ammons geen erfenis geven, dewijl Ik het aan Lots kinderen ter erfenis gegeven heb.

Aangrenzende Verzen

Vorig Vers

Deuteronomium 2:18

Gij zult heden doortrekken aan Ar, de landpale van Moab;

Volgend Vers

Deuteronomium 2:20

Dit werd ook voor een land der reuzen gehouden; de reuzen woonden te voren daarin, en de Ammonieten noemden hen Zamzummieten;