Deuteronomium 29:17
Het Verbond Vernieuwd
Deuteronomium 29:17
En gij hebt gezien hun verfoeiselen, en hun drekgoden, hout en steen, zilver en goud, die bij hen waren.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Deuteronomium 29:16
Want gij weet, hoe wij in Egypteland gewoond hebben, en hoe wij doorgetogen zijn door het midden der volken, die gij doorgetogen zijt.
Volgend Vers
Deuteronomium 29:18
Dat onder ulieden niet zij een man, of vrouw, of huisgezin, of stam, die zijn hart heden wende van den HEERE, onzen God, om te gaan dienen de goden dezer volken; dat onder ulieden niet zij een wortel, die gal en alsem drage;