Lees Volledig Hoofdstuk
En van de kinderen van Selomith, de zoon van Josifja; en met hem honderd en zestig manspersonen.
En van de kinderen van Joab, Obadja, de zoon van Jehiel; en met hem tweehonderd en achttien manspersonen.
En van de kinderen van Babai, Zacharja, de zoon van Bebai; en met hem acht en twintig manspersonen.