Genesis 35:9
Jacobs terugkeer naar Bethel
Genesis 35:9

En God verscheen Jakob wederom, als hij van Paddan-Aram gekomen was; en Hij zegende hem.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Genesis 35:8
En Debora, de voedster van Rebekka, stierf, en zij werd begraven onder aan Beth-El; onder dien eik, welks naam hij noemde Allon-Bachuth.
Volgend Vers
Genesis 35:10
En God zeide tot hem: Uw naam is Jakob, uw naam zal voortaan niet Jakob genoemd worden, maar Israel zal uw naam zijn; en Hij noemde zijn naam Israel.