Lees Volledig Hoofdstuk
En zij trokken op uit Egypte, en zij kwamen in het land Kanaan tot hun vader Jakob.
En hij zond zijn broeders heen; en zij vertrokken; en hij zeide tot hen: Verstoort u niet op den weg.
Toen boodschapten zij hem, zeggende: Jozef leeft nog, ja, ook is hij regeerder in gans Egypteland! Toen bezweek zijn hart, want hij geloofde hen niet.