Lees Volledig Hoofdstuk
De voet zal ze vertreden, de voeten des ellendigen, de treden der armen.
Want Hij buigt de hooggezetenen neder, de verheven stad; Hij vernedert ze, Hij vernedert ze tot de aarde toe, Hij doet ze tot aan het stof reiken.
Het pad des rechtvaardigen is geheel effen, den gang des rechtvaardigen weegt Gij recht.