Jesaja 39:4
De trots van Hizkia en de Babylonische ballingschap voorspeld
Jesaja 39:4
En hij zeide: Wat hebben zij gezien in uw huis? En Hizkia zeide: Zij hebben alles gezien, wat in mijn huis is; geen ding is er in mijn schatten, dat ik hun niet getoond heb.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Jesaja 39:3
Toen kwam de profeet Jesaja tot den koning Hizkia, en zeide tot hem: Wat hebben die mannen gezegd, en van waar zijn zij tot u gekomen? En Hizkia zeide: Zij zijn uit verren lande tot mij gekomen, uit Babel.
Volgend Vers
Jesaja 39:5
Toen zeide Jesaja tot Hizkia: Hoor het woord des HEEREN der heirscharen.