Jeremia 38:8
Jeremia in de waterput
Jeremia 38:8
Zo ging Ebed-melech uit het huis des konings uit, en hij sprak tot den koning, zeggende:
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Jeremia 38:7
Als nu Ebed-melech, de Moorman, een der kamerlingen, die toen in des konings huis was, hoorde, dat zij Jeremia in den kuil gedaan hadden (de koning nu zat in de poort van Benjamin);
Volgend Vers
Jeremia 38:9
Mijn heer koning! deze mannen hebben kwalijk gehandeld in alles, wat zij gedaan hebben aan den profeet Jeremia, dien zij in den kuil geworpen hebben; daar hij toch in zijn plaats zou gestorven zijn vanwege den honger, dewijl geen brood meer in de stad is.