Lees Volledig Hoofdstuk
God heeft mij den verkeerde overgegeven, en heeft mij afgewend in de handen der goddelozen.
Zij gapen met hun mond tegen mij; zij slaan met smaadheid op mijn kinnebakken; zij vervullen zich te zamen aan mij.
Ik had rust, maar Hij heeft mij verbroken, en bij mijn nek gegrepen, en mij verpletterd; en Hij heeft mij Zich tot een doelwit opgericht.