Lees Volledig Hoofdstuk
Hij zij gevloden van de ijzeren wapenen, de stalen boog zal hem doorschieten.
Er zij wat om zijn buik te vullen; God zal over hem de hitte Zijns toorns zenden, en over hem regenen op zijn spijze.
Men zal het zwaard uittrekken, het zal uit het lijf uitgaan, en glinsterende uit zijn gal voortkomen; verschrikkingen zullen over hem zijn.