Lees Volledig Hoofdstuk
Verdraagt mij, en ik zal spreken; en nadat ik gesproken zal hebben, spot dan.
Hoort aandachtelijk mijn rede, en laat dit zijn uw vertroostingen.
Is (mij aangaande) mijn klacht tot den mens? Doch of het zo ware, waarom zou mijn geest niet verdrietig zijn?