Lees Volledig Hoofdstuk
Zodat mijn ziel de verworging kiest; den dood meer dan mijn beenderen.
Dan ontzet Gij mij met dromen, en door gezichten verschrikt Gij mij;
Ik versmaad ze, ik zal toch in der eeuwigheid niet leven; houd op van mij, want mijn dagen zijn ijdelheid.