Lees Volledig Hoofdstuk
Beth. Hij heeft mij gezet in duistere plaatsen, als degenen, die over lang dood zijn.
Beth. Hij heeft tegen mij gebouwd, en Hij heeft mij met galle en moeite omringd.
Gimel. Hij heeft mij toegemuurd, dat ik er niet uit gaan kan; Hij heeft mijn koperen boeien verzwaard.