Lees Volledig Hoofdstuk
Want waar uw schat is, aldaar zal ook uw hart zijn.
Verkoopt hetgeen gij hebt, en geeft aalmoes. Maakt uzelven buidels, die niet verouden, een schat, die niet afneemt, in de hemelen, daar de dief niet bijkomt, noch de mot verderft.
Laat uw lendenen omgord zijn, en de kaarsen brandende.