Lees Volledig Hoofdstuk
Van nu aan zal de Zoon des mensen gezeten zijn aan de rechter hand der kracht Gods.
En indien Ik ook vraag, gij zult Mij niet antwoorden, of loslaten;
En zij zeiden allen: Zijt Gij dan de Zoon Gods? En Hij zeide tot hen: Gij zegt, dat Ik het ben.