Nehemia 11:18
Herstel van aanbidding
Nehemia 11:18
Al de Levieten in de heilige stad waren tweehonderd vier en tachtig.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Nehemia 11:17
En Matthanja, de zoon van Micha, den zoon van Zabdi, den zoon van Asaf, was het hoofd, die de dankzegging begon in het gebed, en Bakbukja was de tweede van zijn broederen; en Abda, de zoon van Sammua, den zoon van Galal, den zoon van Jeduthun.
Volgend Vers
Nehemia 11:19
En de poortiers: Akkub, Talmon, met hun broederen, die wacht hielden in de poorten, waren honderd twee en zeventig.