Lees Volledig Hoofdstuk
Die een mens bestraft, zal achterna gunst vinden, meer dan die met de tong vleit.
Die zich haast naar goed, is een man van een boos oog; maar hij weet niet, dat het gebrek hem overkomen zal.
Wie zijn vader of zijn moeder berooft, en zegt: Het is geen overtreding; die is des verdervenden mans gezel.