Lees Volledig Hoofdstuk
Dan zult gij uw weg zeker wandelen, en gij zult uw voet niet stoten.
Want zij zullen het leven voor uw ziel zijn, en een aangenaamheid voor uw hals.
Zo gij nederligt, zult gij niet schrikken; maar gij zult nederliggen en uw slaap zal zoet wezen.