Lees Volledig Hoofdstuk
Zal dan de Heere in eeuwigheden verstoten, en voortaan niet meer goedgunstig zijn?
Ik dacht aan mijn snarenspel; in den nacht overlegde ik in mijn hart, en mijn geest onderzocht:
Houdt Zijn goedertierenheid in eeuwigheid op? Heeft de toezegging een einde, van geslacht tot geslacht?