Lees Volledig Hoofdstuk
Welgelukzalig is de man, o HEERE! dien Gij tuchtigt, en dien Gij leert uit Uw wet,
De HEERE weet de gedachten des mensen, dat zij ijdelheid zijn.
Om hem rust te geven van de kwade dagen; totdat de kuil voor den goddeloze gegraven wordt.