Lees Volledig Hoofdstuk
Zult gij, om te bestraffen, woorden bedenken, en zullen de redenen des mismoedigen voor wind zijn?
O, hoe krachtig zijn de rechte redenen! Maar wat bestraft het bestraffen, dat van ulieden is?
Ook werpt gij u op een wees; en gij graaft tegen uw vriend.