Lees Volledig Hoofdstuk
Maar gijlieden doet ongelijk, en doet schade, en dat den broederen.
Zo is er dan nu ganselijk gebrek onder u, dat gij met elkander rechtzaken hebt. Waarom lijdt gij niet liever ongelijk? Waarom lijdt gij niet liever schade?
Of weet gij niet, dat de onrechtvaardigen het Koninkrijk Gods niet zullen beerven?