1 Tessalonicenzen 1:7
Begroeting en Dankzegging
1 Tessalonicenzen 1:7
Alzo dat gij voorbeelden geworden zijt al den gelovigen in Macedonie en Achaje.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
1 Tessalonicenzen 1:6
En gij zijt onze navolgers geworden, en des Heeren, het Woord aangenomen hebbende in vele verdrukking, met blijdschap des Heiligen Geestes;
Volgend Vers
1 Tessalonicenzen 1:8
Want van u is het Woord des Heeren luidbaar geworden niet alleen in Macedonie en Achaje; maar ook in alle plaatsen is uw geloof, dat gij op God hebt, uitgegaan, zodat wij niet van node hebben, iets daarvan te spreken.