2 Kronieken 11:20
Rehobeam's Regering in Juda
2 Kronieken 11:20
En na haar nam hij Maacha, de dochter van Absalom; deze baarde hem Abia, en Attai, en Ziza, en Selomith.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
2 Kronieken 11:19
Dewelke hem zonen baarde, Jeus, en Semaria, en Zaham.
Volgend Vers
2 Kronieken 11:21
En Rehabeam had Maacha, Absaloms dochter, liever dan al zijn vrouwen en zijn bijwijven; want hij had achttien vrouwen genomen, en zestig bijwijven; en hij gewon acht en twintig zonen en zestig dochteren.