2 Kronieken 2:6
Salomo bereidt zich voor om de tempel te bouwen
2 Kronieken 2:6
Doch wie zou de kracht hebben, om voor Hem een huis te bouwen, dewijl de hemelen, ja, de hemel der hemelen, Hem niet bevatten zouden? En wie ben ik, dat ik voor Hem een huis zou bouwen, ten ware om reukwerk voor Zijn aangezicht aan te steken?
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
2 Kronieken 2:5
En het huis, dat ik zal bouwen, zal groot zijn; want onze God is groter dan alle goden.
Volgend Vers
2 Kronieken 2:7
Zo zend mij nu een wijzen man, om te werken in goud, en in zilver, en in koper, en in ijzer, en in purper, en karmozijn, en hemelsblauw, en die weet graveerselen te graveren, met de wijzen, die bij mij zijn in Juda en in Jeruzalem, die mijn vader David beschikt heeft.