2 Kronieken 26:11
Voorspoedige Regeerperiode en Trots van Uzzia
2 Kronieken 26:11
Verder had Uzzia een heirkracht van geoefenden ten oorlog, uittrekkende ten heire bij benden, naar het getal hunner monstering, daar de hand van Jeiel, den schrijver, en Mahaseja, den ambtman; onder de hand van Hananja, een van de vorsten des konings.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
2 Kronieken 26:10
Hij bouwde ook torens in de woestijn, en hieuw vele putten uit, overmits hij veel vee had, beide in de laagten en in de effene velden; akkerlieden en wijngaardeniers op de bergen en op de vruchtbare velden; want hij was een liefhebber van den land bouw.
Volgend Vers
2 Kronieken 26:12
Het gehele getal van de hoofden der vaderen, der strijdbare helden, was twee duizend en zeshonderd.