2 Koningen 19:26
Sennacheribs invasie van Juda
2 Koningen 19:26
Daarom waren haar inwoners handeloos; zij waren verslagen en beschaamd; zij waren als het gras des velds, en de groene grasscheutjes, het hooi der daken, en het brandkoren, eer het over einde staat.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
2 Koningen 19:25
Hebt gij niet gehoord, dat Ik zulks lang te voren gedaan heb en dat van oude dagen af geformeerd heb? Nu heb Ik dat doen komen, dat gij zoudt zijn, om de vaste steden te verstoren tot woeste hopen.
Volgend Vers
2 Koningen 19:27
Maar Ik weet uw zitten, en uw uitgaan, en uw inkomen, en uw woeden tegen Mij.