2 Koningen 25:4
Val van Jeruzalem en Einde van het Koninkrijk
2 Koningen 25:4
Toen werd de stad doorgebroken, en al de krijgslieden vloden des nachts door den weg der poort, tussen de twee muren, die aan des konings hof waren (de Chaldeen nu waren tegen de stad rondom), en de koning trok door den weg des vlakken velds.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
2 Koningen 25:3
Op den negenden der vierde maand, als de honger in de stad sterk werd, en het volk des lands geen brood had,
Volgend Vers
2 Koningen 25:5
Doch het heir der Chaldeen jaagde den koning na, en zij achterhaalden hem in de vlakke velden van Jericho, en zal zijn heir werd van bij hem verstrooid.