2 Koningen 9:32
Jehu tot koning gezalfd van Israël
2 Koningen 9:32
En hij hief zijn aangezicht op naar het venster, en zeide: Wie is met mij? Wie? Toen zagen op hem twee, drie kamerlingen.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
2 Koningen 9:31
Toen nu Jehu ter poorte inkwam, zeide zij: Is het wel, o Zimri, doodslager van zijn heer?
Volgend Vers
2 Koningen 9:33
En hij zeide: Stoot ze van boven neder. En zij stieten haar van boven neder, zodat van haar bloed aan den wand en aan de paarden gesprengd werd; en hij vertrad haar.