Lees Volledig Hoofdstuk
Alzo kwam Husai, Davids vriend, in de stad; en Absalom kwam te Jeruzalem.
Ziet, hun beide zonen zijn aldaar bij hen, Ahimaaz, Zadoks, en Jonathan, Abjathars zoon; zo zult gijlieden door hun hand tot mij zenden alle ding, dat gij zult horen.