Handelingen 26:6
De verdediging voor Agrippa
Handelingen 26:6
En nu sta ik, en word geoordeeld over de hoop der belofte, die van God tot de vaderen geschied is;
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Handelingen 26:5
Als die van over lang mij te voren gekend hebben (indien zij het wilden getuigen), dat ik, naar de bescheidenste sekte van onzen godsdienst, als een Farizeer geleefd heb.
Volgend Vers
Handelingen 26:7
Tot dewelke onze twaalf geslachten, geduriglijk nacht en dag God dienende, verhopen te komen; over welke hoop ik, o koning Agrippa, van de Joden word beschuldigd.