Deuteronomium 2:31
Israëls omzwervingen en ontmoetingen
Deuteronomium 2:31
En de HEERE zeide tot mij: Zie, Ik heb begonnen Sihon en zijn land voor uw aangezicht te geven; begin dan te erven, om zijn land erfelijk te bezitten.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Deuteronomium 2:30
Maar Sihon, de koning van Hesbon, wilde ons door hetzelve niet laten doortrekken; want de HEERE,, uw God, verhardde zijn geest, en verstokte zijn hart, opdat Hij hem in uw hand gave, gelijk het is te dezen dage.
Volgend Vers
Deuteronomium 2:32
En Sihon toog uit ons tegemoet, hij en al zijn volk, ten strijde, naar Jahaz.