Lees Volledig Hoofdstuk
Want een ieder voornemen heeft tijd en wijze, dewijl het kwaad des mensen veel is over hem.
Wie het gebod onderhoudt, zal niets kwaads gewaar worden; en het hart eens wijzen zal tijd en wijze weten.
Want hij weet niet, wat er geschieden zal; want wie zal het hem te kennen geven, wanneer het geschieden zal?