Uittocht 5:6
Farao weigert de Israëlieten te laten gaan
Uittocht 5:6

Daarom beval Farao, ten zelfden dage, aan de aandrijvers onder het volk, en deszelfs ambtlieden, zeggende:
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Uittocht 5:5
Verder zeide Farao: Ziet, het volk des lands is alreeds te veel; en zoudt gijlieden hen doen rusten van hun lasten?
Volgend Vers
Uittocht 5:7
Gij zult voortaan aan deze lieden geen stro meer geven, tot het maken der tichelstenen, als gisteren en eergisteren; laat hen zelven heengaan, en stro voor zichzelven verzamelen.