Uittocht 8:30
De Tweede, Derde en Vierde Plaag: Kikkers, Luizen en Vliegen
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Uittocht 8:29
Mozes nu zeide: Zie, ik ga van u, en zal tot den HEERE vuriglijk bidden, dat deze vermenging van ongedierte van Farao, van zijn knechten, en van zijn volk morgen wegwijke! Alleen, dat Farao niet meer bedriegelijk handele, dit volk niet latende gaan, om den HEERE te offeren.
Volgend Vers
Uittocht 8:31
En de HEERE deed naar het woord van Mozes, en de vermenging van ongedierte week van Farao, van zijn knechten, en van zijn volk; er bleef niet een over.