Ezra 2:67
Terugkeer van de ballingen naar Jeruzalem
Ezra 2:67
Hun kemelen, vierhonderd vijf en dertig; de ezelen, zes duizend zevenhonderd en twintig.
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Ezra 2:66
Hun paarden waren zevenhonderd zes en dertig; hun muildieren, tweehonderd vijf en veertig;
Volgend Vers
Ezra 2:68
En sommigen van de hoofden der vaderen, als zij kwamen ten huize des HEEREN, die te Jeruzalem woont, gaven vrijwilliglijk ten huize Gods, om dat te zetten op zijn vaste plaats.