Ezra 3:7
Herbouw het altaar en vier het feest van het Pascha
Ezra 3:7
Zo gaven zij geld aan de houwers en werkmeesters, ook spijs en drank, en olie, aan de Sidoniers en aan de Tyriers, om cederenhout van den Libanon te brengen aan de zee naar Jafo, naar de vergunning van Kores, koning van Perzie, aan hen.
Aangrenzende Verzen
Ezra 3:6
Van den eersten dag af der zevende maand begonnen zij den HEERE brandofferen te offeren; doch de grond van den tempel des HEEREN was niet gelegd.
Ezra 3:8
In het tweede jaar nu hunner aankomst ten huize Gods te Jeruzalem, in de tweede maand, begonnen Zerubbabel, de zoon van Sealthiel, en Jesua, de zoon van Jozadak, en de overige hunner broederen, de priesters en de Levieten, en allen, die uit de gevangenis te Jeruzalem gekomen waren; en zij stelden de Levieten, van twintig jaren oud en daarboven, om opzicht te nemen over het werk van des HEEREN huis.