Ezra 4:4
Verzet tegen de wederopbouw
Ezra 4:4
Evenwel maakte het volk des lands de handen des volks van Juda slap, en verstoorde hen in het bouwen;
Aangrenzende Verzen
Vorig Vers
Ezra 4:3
Maar Zerubbabel, en Jesua, en de overige hoofden der vaderen van Israel zeiden tot hen: Het betaamt niet, dat gijlieden en wij onzen God een huis bouwen; maar wij alleen zullen het den HEERE, den God Israels, bouwen, gelijk als de koning Kores, koning van Perzie, ons geboden heeft.
Volgend Vers
Ezra 4:5
En zij huurden tegen hen raadslieden, om hun raad te vernietigen, al de dagen van Kores, koning van Perzie, tot aan het koninkrijk van Darius, den koning van Perzie.